Числа : Numbers

Неопределённый артикль - een.
Число "один" в Нидерландском - één.

nul 0
één 1
twee 2
drie 3
vier 4
vijf 5
zes 6
zeven 7
acht 8
negen 9
tien 10
   
elf 11
twaalf 12
dertien 13
veertien 14
vijftien 15
zestien 16
zeventien 17
achttien 18
negentien 19
twintig 20
   
dertig 30
veertig 40
vijftig 50
zestig 60
zeventig 70
tachtig 80
negentig 90
honderd 100
duizend 1000
   
eenentwintig 21
tweeëntwintig 22
drieëntwintig 23
vierentwintig 24
   
eenendertig 31
tweeëndertig 32
drieëndertig 33
vierendertig 34
   
   
zevenenzestig 67
   
Ik heb twee katten en vier honden. У меня два кота и четыре пса.
Ik werk zes dagen per week. Я работаю шесть дней в неделю.
Deze man heeft tien mensen vermoord. Этот мужчина убил человек.
"Этот мужчина имеет десять человек убитое."
Ik begon te werken toen ik veertien was. Я начал работать, когда мне было четырнадцать.
Ik ging van school af toen ik zeventien was. Я покинул школу в 17.
"Я шёл из школа от, когда я 17 был."
In de stad mag je vijftig km per uur rijden. В городе, должны вы ехать со скоростью 50 км/ч.
"В городе, должны вы 50 км в час ездить."
Er zijn dertig kinderen in de klas. В классе 30 детей.
"Тут являются 30 детей в /этот (определённый артикль)/ класс."