ÂÎÉÄÈÒÅ, ×ÒÎÁÛ ÍÀ×ÀÒÜ ÎÁÓ×ÅÍÈÅ Ñ ÀÓÄÈÎ-ÇÀÏÈÑÜÞ


ha083

  DRIEËNTACHTIGSTE (83ste) LES QUATRE - VINGT - TROISIÈME LEÇON
  Lachen kan geen kwaad Rire ne fait pas de tort (ne peut aucun mal)
     
  Op de markt Au marché
1 Dame : Een half uur geleden heb ik hier zes sinaasappels (1) gekocht. [La] dame : II y a une demi-heure j'ai acheté ici six oranges.
2 Toen ik thuis kwam, merkte ik dat u er me maar vijf gegeven had. Hoe komt dat ? Quand je suis arrivée à la maison, j'ai remarqué que vous ne m'en aviez donné que cinq. Comment cela se fait-il ?
3 Marktvrouw : Wel, mevrouw, één ervan was bedorven (2). [La] marchande (femme de marché) : [Eh] bien,
madame, une (d'elles) était gâtée.
4 Ik was zo vrij (3) hem voor u weg te gooien. Je me suis permise (j'ai été aussi libre) de la jeter à votre place (pour vous).
     
  Een bekende zoon Un fils célèbre
5 De beroemde componist Arnold Schönberg kreeg eens bezoek van een vriend. Le célèbre compositeur Arnold Schônberg
reçut un jour (une fois) la visite d'un ami.
6 Beiden (4) wandelden door de straten van de kleine stad. Tous deux se promenaient dans les rues de la
petite ville.
7 Veel kinderen, die ze tegenkwamen, groetten Schönberg eerbiedig (5). Beaucoup d'enfants qu'ils rencontraient saluaient Schônberg respectueusement.
8 De vriend kwam onder de indruk en zei : L'ami fut impressionné (vint sous l'impression) et dit :
9 Het is duidelijk, Arnold, dat je een
beroemd man bent.
Il est clair (évident), Arnold, que tu es un homme célèbre.
  Zelfs de kinderen kennen je. Même les enfants te connaissent.
10 Ja, antwoordde Schönberg, mijn zoon is doelman (6) in de voetbalploeg ! Oui, répondit Schônberg, mon fils est gardien de but de (dans) l'équipe de football.
     
  Op afbetaling kopen Acheter à tempérament
11 Verkoper : U kunt (7) dit toestel dadelijk meenemen en later betalen. [Le] vendeur: Vous pouvez emporter immédiatement cet appareil et payer plus tard.
12 Ik kan u verzekeren, dat u er nooit moeilijkheden mee zult hebben. Je peux vous assurer que vous n'aurez jamais [de] difficultés (avec).
13 Klant : En op het ogenblik dat ik moet betalen ? [Le] client: Et au moment de payer (à l'instant où je
dois payer) ?
  OEFENING EXERCICE
  Te veel kopen ? Acheter trop ?
1 Vooral sinds het einde van de oorlog is het voor veel mensen een gewoonte geworden op afbetaling te kopen.

Surtout depuis la fin de là guerre c'est devenu une habitude pour beaucoup de gens d'acheter à tempérament.

2 Op die manier kunnen ze dadelijk beschikken over allerlei toestellen, die ze niet contant kunnen betalen. De cette manière ils peuvent disposer immédiatement de toutes sortes d'appareils qu'ils ne peuvent pas payer comptant.
3 Er bestaan zelfs maatschappijen, die als enig doel hebben geld te lenen om die aankopen mogelijk te maken. Il existe même des sociétés qui ont comme seul but de prêter de l'argent pour permettre (rendre possible) ces achats.
4 Op het eerste gezicht schijnt zoiets interessant voor de klanten. A première vue une chose pareille semble intéressante pour les clients.
5 Maar het kan ook erg gevaarlijk worden, want sommige mensen denken niet altijd genoeg na voordat ze beslissen op die manier te kopen. Mais cela peut aussi devenir très dangereux, car certaines personnes ne réfléchissent pas toujours assez avant de décider (qu'ils décident) d'acheter de cette manière.
6 Ze verliezen uit het oog dat ze op het einde van de maand een soms belangrijke som moeten terugbetalen, die hun financiële mogelijkheden te boven kan gaan. Elles perdent de vue qu'à la fin du mois elles doivent rembourser une somme parfois importante qui peut dépasser (aller au-dessus de) leurs possibilités financières.
7 Zo komt het meer dan eens voor, dat ze het nodige geld niet hebben ; en dan beginnen de problemen . Ainsi il arrive plus d'une fois qu'ils n'ont pas l'argent nécessaire ; et alors commencent les problèmes.
8 In sommige gevallen neemt de verkoper het niet betaalde toestel terug, Dans certains cas le vendeur reprend l'appareil non payé,
9 en de mensen krijgen niets terug van al wat ze gedurende een reeks maanden betaald hebben. et les gens ne reçoivent rien en retour de tout ce qu'ils ont payé pendant une série [de] mois.
10 Een goede raad : wees voorzichtig als u van plan bent op afbetaling te kopen. Un bon conseil : soyez prudents si vous avez l'intention d'acheter à tempérament.
  NOTEN
1 Le pluriel de appel (pomme) est appels ou appelen.
2 Hij heeff alles bedorven : il a tout gâté.
Ik wil uw vreugde niet bederven : je ne veux pas troubler/gâter votre joie.
Ze verwennen dat kind te veef : ils gâtent trop cet enfant.
3 lk ben zo vrij U te schrijven om. . .; je prends la liberté / je me permets de vous écrire pour. . .
Ze zijn vrij van zorgen : ils sont exempts de soucis.
4 Ici ; pronom remplaçant des personnes, donc terminaison -n.
5 De eerbied : le respect.
Ik heb het uit eerbied voor hem gedaan : je l'ai fait par respect pour lui.
Hij heeft eerbied voor niemand : il n'a de respect pour personne.
Mes respects chez vous : de groeten thuis.
6 Het doel (résultat à atteindre ) : de doeleinden.
Het doel (= cible, cage, p.e. en sport) : plur. de doelen.
Het doelpunt : le but, point marqué (au football).
7

Avec u on peut également employer les formes :
u kunt, u zult, u hebt, u wilt.

Il y a actuellement une préférence pour
u kan, u zal, u heeft, u wil.
Mais on dira plutôt u bent que u is, considéré comme forme particulièrement polie.

   
  Noms neutres : het toestel, het ogenblik.

p207 (398)